Biak Nieuw Guinea 1956
Uitgezonden naar Nieuw Guinea
Aan het eind van de Indonesische onafhankelijk-
heidsstrijd in de jaren 1945-1949 bleef Nieuw-
Guinea voorlopig onder Nederlands gezag. Nederland
zag Nieuw Guinea als een eventueel mogelijke
vestigingsplaats voor uit Indonesië afkomstige Indo-
Europeanen en als winplaats van strategische
grondstoffen als olie, steenkool, bauxiet en nikkel.
Bovendien achtte Nederland het haar morele taak
om de bewoners van dit gebeid eerst op te voeden
tot zelfstandigheid. Vanaf midden jaren vijftig nam de
militaire dreiging vanaf Indonesië toe en besloot
Nederland de defensie van Nieuw Guinea verder te
versterken en de verdediging uit te breiden. Dit was
de reden dat mijn broer Louis, in dienst van de
Marine Luchtvaartdienst, in 1956 werd uitgezonden
naar dit gebied.
Van 1950
tot 1962 dienden ongeveer
30 000 Nederlandse militairen voor korte of
langere periode op Nieuw Guinea.
Marine, landmacht, luchtmacht, marechaus-
see. Alle krijgsmachtdelen handhaafden er
samen met het Papoea Vrijwilligerskorps en de Papoea-
politie de Nederlandse soevereiniteit, hielpen bij de op-
bouw van het land en spoorden ze Indonesische infiltranten
op.
Op 4 oktober 1956 kreeg hij bericht dat hij zijn kleding in de Marine kazerne in
Amsterdam kon ophalen.
Zijn diensttijd op Biak duurde 1 ½ jaar, zonder
de mogelijkheid om tussentijds naar huis te
gaan. Vergeleken met nu is dat onbegrijpelijk.
Een heel normale periode is nu bijvoorbeeld
vier tot zes maanden wanneer het gaat om
een missie in het buitenland met voldoende
mogelijkheid voor contact met het thuisfront.
De enige mogelijkheid
voor contact was per brief en dat duurde een
tijd voordat zo’n brief aankwam.
HOME