Aan het eind van de Indonesische onaf-hankelijkheidsstrijd in de jaren 1945-1949bleef Nieuw-Guinea voorlopig onder Ne-derlands gezag. Nederland zag Nieuw Guinea als een eventueel mogelijke vesti-gingsplaats voor uit Indonesië afkomstige Indo-Europeanen en als winplaats van stra-tegische grondstoffen als olie, steenkool, bauxiet en nikkel. Bovendien achtte Neder-land het haar morele taak om de bewoners van dit gebeid eerst op te voeden tot zelf-standigheid. Vanaf midden jaren vijftig nam de militaire dreiging vanaf Indonesië toe en besloot Nederland de defensie van Nieuw Guinea verder te versterken en de verdedi-ging uit te breiden. Dit was de reden dat mijn broer Louis, in dienst van de Marine Luchtvaartdienst, werd uitgezonden naar dit gebied.
Nieuw-Guinea
Op 4 oktober 1956 kreeg hij bericht dat hij zijn kleding in de Marine kazerne in Amsterdam kon ophalen.
Op 10 oktober 1956 vloog hij met een lijntoestel van de KLM naar Biak op Nieuw Guinea. Er was dus geen troepentrans-port, maar reisde hij als toerist. Wat de reden hiervoor was, is mij niet duidelijk.Opmerkelijk is ook dat het precieze aantal meegenomen sigaretten en van welk merkhet was, werd beschreven.
Het vertrek
Bij het passeren van de evenaar kreeg elke reiziger in die tijd nog zo’n oorkon-de uitgereikt.
Zijn diensttijd op Biak duurde 1 ½ jaar,zonder de mogelijkheid om tussentijds naar huis te gaan. Vergeleken met nu is dat onbegrijpelijk. Een heel normale periode is nu bijvoorbeeld vier tot zes maanden wanneer het gaat om een missie in het buitenland.