Aankomst in

Nederland

Dit krantenartikel had betrekking op onze aan- komst in de haven van Rotterdam waarin een ambtenaar bij het Hoge Commissariaat der Nederlanden hierin be- richtte dat wij hier in Nederland eigenlijk niets kunnen beginnen en be- ter in Indonesië hadden kunnen blijven. Echt wel- kom waren we dus niet.
We zouden gehuisvest worden in een pension in de plaats Ravenstein.
In regeringsstukken uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw staat de uitlating van de KVP-er (welke partij nu in het CDA is opgegaan) van Thiel te lezen: “De regering heeft de overtui- ging dat de belangen van het overgrote deel van de in Indië geboren en getogen personen van Nederlandse Nationaliteit (ongeveer 250.000) het beste gediend zou zijn met een voortgezet verblijf in Indonesië. “De ervaring heeft geleerd, dat de overkomst naar Neder- land van Indische Nederlanders, zowel voor ouderen als voor jongeren vaak een ontworte- ling betekent die onherstelbaar is”. Dit was dus gewoon “natte vingerwerk” omdat dit gegeven nooit goed onderzocht was.
Tekening van Eppo Doeve uit 1953
In Ravenstein werden wij gehuisvest in een houten woning gelegen naast een voetbalveld. In het hotel zelf zaten meer- dere andere Indische families. Op de foto is het voetbalveld waaraan het huisje lag goed te zien. Van horen zeggen vloog er menig keer een bal door het raam. Echt geklaagd, behalve over het eten en de kou, werd er niet.
Op 14 september 1951 werd in Ravenstein Edwin geboren. Het gezin telde nu 8 kinderen.
Ondanks diverse sollicitaties bij de overheid kwam hij niet aan de bak. Hij werd steeds maar afgewezen. Zelf dacht hij dat het kwam vanwege zijn huidskleur en gezien het krantenartikel uit 1953 zat hij daar niet ver naast denk ik. In onder- staande vragenlijst gaf hij ook aan dat de gemiddel- de Nederlander de Indische Nederlander ook liever zag gaan dan komen.

Een eigen woning in Helmond

Na bijna 1 jaar in het pension gezeten te hebben waren we voldoende geïntegreerd en kregen we een huis aangeboden op het het Klaverhof 3 in Helmond.
Op 25 december 1952 werd het gezin uitgebreid met een dochtertje dat Irene werd genoemd. Omdat in november 1954 het 10e kind werd verwacht en het huis te klein werd deed mijn vader een aanvraag voor een grotere woning.

Aanvraag andere woning

Zijn verzoek werd ingewilligd, want in 1954 verhuis-den we

naar het Zonnehof, een iets ruimere woning en hier werd in

november het laatste kind, George geboren.

In juni 1954 kreeg hij ein-

delijk een betaalde baan

aangeboden bij de textiel-

fabriek Diddens & van As-

ten gelegen aan het ka-

naal de Zuid Willemsvaart.

Hij werd hier tewerkgesteld

in de ververij en bleef hier

tot aan zijn pensioen. Het

was een baan ver onder zijn opleidingsniveau, maar hij was blij dat hij

niet meer afhankelijk was van een uitkering.

Aankomst in Nederland

Oma Netten, Irene, Liesje Edwin en Bert Oma Netten,Irene Marietje, Edwin, Bert en Liesje Klaverhof, ons eerste huis in Nederland Oma Netten, Edwin, Liesje en Bert Irene als baby Marietje en George Bert Liesje en Bert