Weer

vrij

Na zijn vrijlating meldt hij zich in november 1945 voor de politiedienst te Bandung bij de commissaris van politie dhr. Thieleman. Op 8 augus- tus 1946 wordt hij onderge- bracht bij de Algemene Poli- tie te Soerabaya bij de afde- ling recherche.
Toen hij na de capitulatie van Japan vrijkwam werden mijn moeder en de vijf oudste kin- deren van 19 oktober 1945 tot en met 23 mei 1947 door de Indonesiërs geïnterneerd. Zij werden gevangen gehouden in de republikeinse kampen in Toeloengagung, Trenggalek, Telogo in Blitar en de koffie onderneming Gabroe ook in Blitar. De familie was nog niet herenigd en er werd zelfs gevreesd dat mijn vader gesneuveld was totdat hij opgespeurd werd met de hulp van het Rode Rode kruis.
Terwijl zijn vrouw en kinderen nog vast zaten in de Indonesische republikeinse kampen werd hij op 8 september 1946 overgeheveld naar de algemene politie in de Riau Archipel en ter beschikking gesteld aan de commissaris van politie te Tanjung- Pinang.
Op 26 september 1946 besluit de resident van Riau hem over te plaatsen naar Tarempa, de hoofdstad van de Anambas eilanden ten noord-oosten van de Riau Archipel. Hier werd hij benoemd tot sub- detachements-commandant van de algemene politie. Zijn salaris steeg naar fl. 165,- p.m.

De bersiap periode

Na de overgave van Japan in 1945 begon een onrustige en gewelddadige periode in Indonesië. De strijd om onaf- hankelijkheid brak uit. Ook in Tanjung Pinang en omstreken was dit merkbaar. Als hoofdrechercheur en later als inspecteur van politie was het ook zijn taak het opsporen van opstandige lieden. Dit hield in dat hij vaak onderweg op patrouille was.

Weer vrij