Welkom

Vliegtuigongeval in Gibraltar

Jongeman uit Helmond bij Gibraltar gedood

Op 25 februari 1960 vond er circa 60 mijl ten oosten van Gilbraltar in de Middellandse Zee een militaire oefening plaats. Vliegtuigsquadron 2 onder-steunde de oefeningen met een detachement Avengers vanaf het vliegveld Gibraltar. De Avenger 028 moest een aantal runs uitvoeren richting Hr.Ms. de Gelderland waarbij metingen werden gedaan. Aan boord – naast de vlieger, waarnemer en telegrafist – bevond zich mijn broer vliegtuigmaker konstabel eerste klas Louis Coenraad. Het toestel moest een noodlanding op het water maken. De vlieger, waarnemer en telegrafist kwamen er met wat lichte ver- wondingen vanaf, maar voor mijn broer was de afloop fataal. Zijn compar-timent bleek verlaten en zijn lichaam werd nooit gevonden.
Na 54 jaar eindelijk duidelijkheid over het overlijden van onze broer Louis in Gibraltar
Een geestelijke van onze parochie, kapelaan Hillenaar, kwam ons het slechte nieuws brengen; Louis werd vermist ”. Van de Marineleiding kregen we te horen dat de oorzaak van deze ramp te wijten was aan een lek in de olieleiding waarna brand uitbrak. Deze uitleg van de ramp werd ook overgenomen door de kranten. doch korte tijd later hoorden we van een bemanningslid, die bij ons thuis op bezoek kwam en een vriend van Louis was, een andere versie van dit verhaal. Menselijk falen had tot dit ongeval geleid, er waren grove fouten gemaakt. Helaas trok de brenger van dit nieuws later weer deze beweringen in, misschien onder druk van meerderen, en de eerste versie van dit verhaal “een lek in de olieleiding had deze ramp veroorzaakt” bleef overeind. Omdat we op onze klompen aanvoelden dat je toch machteloos stond tegenover de toen almachtige over- heid hebben we de zaak laten rusten en geen verdere acties meer ondernomen. We kregen nog wel te horen dat er in Gibraltar voor Louis een internationale kerkdienst ter zijner nagedachtenis zou worden gehouden. Helaas kon niemand van de familie, wegens de hoge kosten, hierbij aanwezig zijn. Je moest het bedrag van de reis en overnachting zelf ophoesten, mijn ouders waren hiertoe niet in staat. Ter compensatie zou er van die dienst een fotoreportage gemaakt worden, maar ook dit ging mis. Op onverklaarbare redenen waren alle foto’s mislukt. Van defensie hadden we daarna ook niets meer vernomen, van enige nazorg was er in die tijd geen enkele sprake. Hoe anders is dit tegenwoordig geregeld, men leert van het verleden.

Een nieuwe wending

In 1992 kreeg één van mijn oudere broers onverwachts opeens een schrijven betreffende dit ongeval in Gibraltar. De persoon die al in 1960 had verklaard dat niet een lekkende olieleiding, maar menselijk falen de oorzaak was van dit ongeval had al die jaren, nadat hij deze bewering weer had ingetrokken, te kampen gehad met psychische problemen. Hij heeft daarover diverse malen correspondentie gevoerd met de Marine en in 1992 deed hij wederom een poging en beriep zich op de Wet Openbaarheid van Bestuur ( WOB ). Nevenstaande brief schreef hij op 1 april 1992 aan het ministerie van defensie.

Ongeluk te wijten aan menselijke

beoordelings fouten

Uit

de

briefwisseling

kwam

naar

voren

dat

defensie

in

1961

al

een

uitvoerig

onderzoek

had

gedaan

naar

deze

ramp

en

tot

de

conclusie

was

gekomen

dat

dit

noodlottig

ongeval

vooral

te

wijten

was

aan

menselijke

beoordelingsfouten.

Geen

lekken-

de

olieleiding

of

motorstoring

dus

en

van

brand

was

al

helemaal

geen

sprake.

Wel

kreeg

mijn

broer

te

horen

dat

deze

informatie

vertrouwelijk

was

en

om

niemand

in

een

lastig

parket

te

brengen

hebben

we

zodoende

al

die

jaren

niets ondernomen.

Zelf op onderzoek

Maar

oude,

zere

wonden

waren

weer

opengereten

en

op

elke

familiebijeenkomst

kwam

dit

onderwerp

wel

ter

sprake.

Vooral

de

volgende

vraag

bleef

hangen:

Als

de

marine

lei-ding

in

1961,

na

uitvoerig

onderzoek,

al

wist

wat

de

precieze

oorzaak

was

van

dit

vliegtuigon-

geval,

waarom

zijn

mijn

ouders

dan

hierover

nooit

ingelicht?

Moest

er

iemand

beschermd

worden

of

was

men

bang

voor

eventuele

financiële

gevolgen?

Toen

ik

in

oktober

2013

in

de

vut

kwam

besloot

ik

om

dit

uit

te

gaan

zoeken.

De

uitspraak

van

mijn

vrouw:

Jullie

praten

hier

altijd

over,

maar

als

niemand

iets

doet

dan

komen

jullie

nooit

achter

de

waarheid

“,

was

het

laatste

zetje

dat

ik

nodig

had

en

bovendien had ik nu zeeën van tijd.

Ik

deed

het

vooral

voor

mijn

twee

oudere

broers

die

samen

met

Louis

in

Indonesië

waren

opgegroeid

en

het

meest

met

hem

te

maken

hadden

gehad.

Zelf

was

ik

pas

10

jaar

toen

Louis

overleed

en

mijn

herinneringen

aan

hem

zijn

dan

ook

veel

minder.

We

waren

zeker

niet

uit

op

een

financiële

genoegdoening

of

om

alsnog

iemand

aan

de

schandpaal

te

nagelen.

We

wilden

gewoon

weten

wat

er

werkelijk

in

1960

in

Gibraltar

gebeurd

was.

Maar

wie

moest

ik

benaderen?

In

het

begin

wilde

ik

een

email

sturen

naar

de

Marine,

maar

dacht

meteen

dat

als

ik

de

verkeerde

persoon

te

pakken

kreeg,

ik

afgescheept

zou

kunnen

worden

met

de

woorden:

Oh

meneer

Coenraad,

dat

is

al

zo

lang geleden, daar is geen informatie meer over

“.

Update november 2019

Welkom

Vliegtuigongeval in Gibraltar

Jongeman uit Helmond bij Gibraltar gedood

Op 25 februari 1960 vond er circa 60 mijl ten oosten van Gilbraltar in de Middellandse Zee een militaire oefening plaats. Vliegtuigsquadron 2 onder- steunde de oefeningen met een detachement Avengers vanaf het vliegveld Gibraltar. De Avenger 028 moest een aantal runs uitvoeren richting Hr.Ms. de Gelderland waarbij metingen werden gedaan. Aan boord – naast de vlieger, waarnemer en telegrafist – bevond zich mijn broer vliegtuigmaker konstabel eerste klas Louis Coenraad. Het toestel moest een noodlanding op het water maken. De vlieger, waarnemer en telegrafist kwamen er met wat lichte ver- wondingen vanaf, maar voor mijn broer was de afloop fataal. Zijn compar- timent bleek verlaten en zijn lichaam werd nooit gevonden.
Na 54 jaar eindelijk duidelijkheid over het overlijden van onze broer Louis in Gibraltar
Een geestelijke van onze parochie, kapelaan Hillenaar, kwam ons het slechte nieuws brengen; “Louis werd vermist”. Van de Marineleiding kregen we te horen dat de oorzaak van deze ramp te wijten was aan een lek in de olieleiding waarna brand uitbrak. Deze uitleg van de ramp werd ook over- genomen door de kranten. Doch korte tijd later hoorden we van een bemanningslid, die bij ons thuis op bezoek kwam en een vriend van Louis was, een andere versie van dit verhaal. Menselijk falen had tot dit ongeval geleid, er waren grove fouten gemaakt. Helaas trok de brenger van dit nieuws later weer deze beweringen in, misschien onder druk van meer- deren, en de eerste versie van dit verhaal “een lek in de olieleiding had deze ramp veroorzaakt” bleef overeind. Omdat we op onze klompen aanvoelden dat je toch machteloos stond tegenover de toen almachtige over- heid hebben we de zaak laten rusten en geen verdere acties meer ondernomen. We kregen nog wel te horen dat er in Gibraltar voor Louis een internationale kerkdienst ter zijner nagedachtenis zou worden gehouden. Helaas kon niemand van de familie, wegens de hoge kosten, hierbij aanwezig zijn. Je moest het bedrag van de reis en overnachting zelf ophoesten, mijn ouders waren hiertoe niet in staat. Ter compensatie zou er van die dienst een fotoreportage gemaakt worden, maar ook dit ging mis. Op onverklaarbare redenen waren alle foto’s mislukt. Van defensie hadden we daarna ook niets meer vernomen, van enige nazorg was er in die tijd geen enkele sprake. Hoe anders is dit tegenwoordig geregeld, men leert van het verleden.

Ongeluk te wijten aan menselijke

beoordelings fouten

Uit de briefwisseling kwam naar voren dat defensie in 1961 al een uitvoerig onderzoek had gedaan naar deze ramp en tot de con- clusie was gekomen dat dit noodlottig ongeval vooral te wijten was aan menselijke beoordelingsfouten. Geen lekkende olielei- ding of motorstoring dus en van brand was al helemaal geen sprake. Wel kreeg mijn broer te horen dat deze informatie ver- trouwelijk was en om niemand in een lastig parket te brengen hebben we zodoende al die jaren niets ondernomen.

Zelf op onderzoek

Maar oude, zere wonden waren weer opengereten en op elke familiebijeenkomst kwam dit onderwerp wel ter sprake. Vooral de volgende vraag bleef hangen: Als de marine leiding in 1961, na uitvoerig onderzoek, al wist wat de precieze oorzaak was van dit vliegtuigongeval, waarom zijn mijn ouders dan hierover nooit ingelicht? Moest er iemand beschermd worden of was men bang voor eventuele financiële gevolgen? Toen ik in oktober 2013 in de vut kwam besloot ik om dit uit te gaan zoeken. De uitspraak van mijn vrouw: Jullie praten hier altijd over, maar als niemand iets doet dan komen jullie nooit achter de waarheid “, was het laatste zetje dat ik nodig had en bovendien had ik nu zeeën van tijd. Ik deed het vooral voor mijn twee oudere broers die samen met Louis in Indonesië waren opgegroeid en het meest met hem te maken hadden gehad. Zelf was ik pas 10 jaar toen Louis overleed en mijn herinneringen aan hem zijn dan ook veel minder. We waren zeker niet uit op een financiële genoegdoening of om alsnog iemand aan de schandpaal te nagelen. We wilden gewoon weten wat er werkelijk in 1960 in Gibraltar gebeurd was. Maar wie moest ik benaderen? In het begin wilde ik een email sturen naar de Marine, maar dacht meteen dat als ik de verkeerde persoon te pakken kreeg, ik afgescheept zou kunnen worden met de woorden: Oh meneer Coenraad, dat is al zo lang geleden, daar is geen informatie meer over “.
Update november 2019