Het eiland Samosir in het Tobameer Tomok
Langs de weg naar het graf staan kraampjes waar Batak- vrouwen allerlei souvenirs verkopen; Batakboeken met het Batakschrift op de boombast, Batakkalenders op stukjes bamboe, geweven stoffen (ulo's ulo's), bronzen beeldjes, 'oude' messen en zwaarden en natuurlijk de nodige t-shirtjes met allerlei opdruk. De gids vertelde ons dat van authentieke handgemaakte spullen geen sprake was, het merendeel wordt tegenwoordig machinaal vervaardigd. Zo'n sfeer bij die kraampjes blijft altijd leuk en de verkopers waren hier niet opdringerig zodat je alles rustig kon bekijken.
Indonesië 2008 Vakantie naar de eilanden Sumatra, Java en Bali
Het eiland Samosir is gelegen in het Tobameer Het Tobameer dat door de Bataks als heilig wordt beschouwd, is met zijn oppervlakte van 1700 km2 het grootste meer van Zuid- oost-Azië en één van de hoogstgelegen (818 m.). Ook is het één van de diepste meren ter wereld (450 m.) Aan alle zijden wordt het meer omgeven door berghellingen die de laatste jaren meer en meer ontbost raken. Het meer is 75.000 jaar geleden ontstaan door een gigantische vulkanische eruptie die toen wereldwijd zijn sporen naliet. De Nederlandse taalkundige H.N. van der Tuuk was de eerste Europeaan die tot het Toba- meer doordrong. Hij bereikte het heilige meer van de Bataks in 1853. Parapat is de grootste plaats aan het Tobameer en was in de koloniale periode een populaire vakantie- bestemming. Dat is het nog steeds, maar tegenwoordig vooral bij de Indonesische rijken en toeristen uit Azië. De overige toeristen stoppen hier alleen om de ferry te nemen naar Samosir, zoals wij.
Vanaf Parapat vaar je in drie kwartier met de veerboot naar het midden in het meer gelegen Samosir. Het eiland, dat qua vorm lijkt op een tafelberg, heeft een oppervlakte van 1055 km2. Het was voor de komst van de Nederlanders geen eiland maar een schiereiland. Het was nml. door een smalle landengte van zo'n 200 meter met het vasteland verbonden. Sinds de Nederlanders hier een kanaal door hebben gegraven om het mogelijk te maken per boot rond het eiland te varen, is het alleen nog via een brug met het vasteland verbon- den. Tegen het graven van dit kanaal is in het begin ervan nogal wat lokaal verzet geweest, omdat men bang was dat zo het contact met op de vulkaan Pusuk Buhit wonende voorouders verbroken zou worden met als gevolg dat het eiland zou wegzin- ken in het meer. De angst van de lokale bevolking werd weggenomen door de briljante oplossing eerst een brug te bouwen, en pas daarna het kanaal er onderdoor te graven. Zo zou het contact met het vasteland altijd intact blijven.
In het kleine dorpje Tomok bevindt zich het oude graf van één van de raja's van de Sibutar-familie. De eilandbewo- ners beweren dat het oudste graf, het stenen graf met een primitieve buste aan het hoofdeinde, meer dan 350 jaar oud is. Op deze plek ligt ook de eerste christen van het eiland begraven.  
Ambarita is een typisch Batakdorpje met huizen die versierd zijn met drie-dimen- sionaal houtsnijwerk. Zowel in Ambarita als langs de weg er naar toe kom je deze traditionele huizen tegen. De poorten die toegang bieden tot de ommuurde Batak- dorpen zijn volgens voorschrift zo breed dat er een karbouw met lange horens doorheen kan en zo hoog dat een vrouw met een mand op haar hoofd eronder door kan. Op de binnenplaats in het oude cen-trum van Ambarita, waar vroeger recht gesproken werd, staat een 300 jaar oude stenen offerplaats met stenen stoelen en de tombe van Laga Siallagan, een lokale vorst. Wanneer vijanden gevangen waren genomen, werd op deze plaats over hun lot beslist. Meestal was de uitspraak ne-gatief en werd het doodvonnis ten uitvoer gebracht op de nabijgelegen executie- plaats. Ongelukkigen werden hier lang-zaam gevild, vervolgens onthoofd, in stuk-ken gesneden en samen met buffelvlees gekookt en daarna opgegeten. Die ont-hoofding vond plaats op dat stenen blok. Onze Lasja geeft hiervan een kleine demonstratie, het villen laat hij gelukkig achterwege.
Simanindo is een interessant traditioneel Batak Toba dorpje, waarvan het oudste gedeelte nog omgeven wordt door een verdedigingswal. Het grote koningshuis is tegenwoordig een museum. Het aantal buffelhoorns aan de buitenzijde laat zien hoeveel vorsten er zijn geweest. Voor het huis worden in het hoogsei- zoen dagelijks traditionele dansvoorstellingen in de openlucht gegeven. De dansers werden begeleid door een orkest dat opgesteld stond op de bovenverdieping van het huis. Dit orkest bestond uit twee trommelaars en een fluitist. Na het officiële gedeelte werden personen uit het publiek                              uitgenodigd om mee te doen. Je moest wel zo'n Batak sjaal                                 om en omdat ze maar een beperkte voorraad hadden kon                                   dus niet iedereen mee dansen. Francie hoorde er geluk-                                    kig wel bij en vervolgens konden wij genieten van de                                              dansvoorstelling. Volgens onze Jüri, die er                                 verstand van had, was Francie één van de                                       beteren en dat vonden wij ook. Al zijn                                         wij natuurlijk niet echt objectief te                                       noemen. 
Na al deze activiteiten zat ons verblijf op Samosir erop. We gingen met de ferry naar Parapat en op advies van Sagala gingen we eerst uit eten in een Minangkabau restaurant voordat we richting Medan zouden rijden. Dit bleek later een uitstekende keuze te zijn. De tafel werd vol gezet met ver- schillende gerechten en alleen datgene wat je aanraakte moest afgerekend worden. Er was keuze in overvloed en het ene gerecht was nog lekker- der dan het andere. Ook sinds lange tijd weer ge- geten met de hand. Het is misschien een gevoels- kwestie, maar het is net of alles nog iets heerlijker smaakt. Je kreeg er een kommetje water bij om elke keer je handen te wassen als je dit nodig  
vond. Van hieruit ging het over de hoofdweg terug naar Medan waar we tegen de avond aankwamen. Garuda Plaza was een heel luxe hotel in het centrum van de stad. Hier hebben we voor het eerst weer in een grote mall bij een MacDonalds vestiging gegeten en voor Lasja een nieuwe koffer gekocht omdat die van hem bezweken was. Dit hotel was gekozen vanwege de nabijheid van het vliegveld Polonia. We moesten nml. de volgende dag vroeg afreizen naar Yogjakarta op het eiland Java.
Tomok Ambarita Simanindo Minangkabau restaurant Samosir