de familie Coenraad uit Someren
vakantie Indonesië 1997
Bandung
Bandung is een koele stad vanwege de hoogte; de stad ligt op bijna 800 meter hoogte waardoor het er aanzienlijk koeler is dan in de rest van Indonesie. Je kunt er heerlijk rondlopen zonder enorm te zweten zoals in de meeste andere delen van het land. Het is verder een drukke en chaotische stad; met bijna 2,5 miljoen inwoners. Bandung is dé textielstad van Indonesie; alles draait er om kleding. Rond Bandung hebben diverse kledingmerken hun fabrieken staan. Bandung is een zeer populaire bestemming voor locals en toeristen uit buurlanden vanwege de kledingkoopjes. Iedereen reist naar Bandung voor goedkope merkkleding. Dit maakt Bandung tot een enorm populaire weekendbestemming voor vooral locals uit Jakarta. Hier lopen we richting Jeans Street, een wijk vol winkels en kraampjes waar kleding werd verkocht. De jongens hebben hier hun voorraad voetbal shirtjes kun- nen aanvullen en de dames koch- ten op deze plek de eerste sarongs. Een vaste prijs werd er niet gehan- teerd, het was dus afdingen gebla- zen. Laat dit nu niet mijn sterke kant zijn, maar gelukkig waren Jüri en Francie er beduidend beter in.
Bandung (bloemenstad) is een grote stad op het eiland Java in Indonesie. Het is de derde grootste stad van Indonesie.
Door de vele Nederlandse en Europese invloeden groeide de stad in het verleden uit tot een stad met allure. Het trok rijke mensen aan vanwege de diverse luxe hotels en andere uitgaans- gelegenheden. Nu is die allure grotendeels verdwenen doordat de stad enorm is gegroeid. Onderstaande foto nam ik in een buitenwijk van Bandung.
Het Parijs van het Oosten
De hoofdreden waarom Bandung op het programma stond was de vulkaan Tangkuban Parahu
Tangkuban Parahu
Vanuit Bandung reden we naar Lembang om via een steile, kronkelige, smalle maar goede weg naar de bekende vulkaan Tangkuban Parahu (omgekeerde prauw) met zijn kraters te gaan. Het was een rit van ongeveer 16 km. Aan de top werd het busje geparkeerd en toen we naar de rand van de vulkaan liepen hadden we een goed zicht op de bodem van de hoofdkrater. Die zag eruit als een reusachtige, grijze pannenkoek. Dat het geen dode vulkaan was kon je zien aan de rook die in de krater omhoog steeg en aan de plassen heet water die vervaarlijk opborrelden. Wij konden hier boven de doordringende zwa- velstank al ruiken, terwijl de afstand van de rand tot de kraterbodem toch 1830 meter was. In 1994 lie- pen we in Frankrijk over een landschap dat miljoenen jaren geleden vulkanisch was en dat vonden we al enerverend. Maar nu stonden we bij een actieve vulkaan.
Het pad naar de krater was goed begaanbaar, maar wel voor mij een vermoeiende wandeling. Eenmaal in de krater liet de gids ons zien dat je in die hete opborrelende plassen water eieren kon koken.

In de krater

In de krater maakte de gids nog een foto van ons gezin met op de achtergrond de rook die uit die hete plassen omhoog steeg. Ook uit gaten in de rotsen ontsnapten uit kleinere gaten gassen. Gelukkig hoef- den we die hele weg omhoog niet meer af te leggen want Lukhman was naar beneden gereden om ons daar op te pikken. Helaas moest de gids wel helemaal terug om dan op- nieuw naar beneden te gaan met de volgende groep toeris- ten.
Dit park met warm water bronnen en ver- schillende watervalletjes deden we aan toen we van de vulkaan afkwamen. Het warme water afkomstig van de vulkaan bevat , naar men zegt, natuurlijke geneeskrachtige elementen. We zijn zelf niet in het water geweest omdat we geen zwemkleding bij ons hadden. Ik had wel aan Lukhman gevraagd om eerst naar het hotel te rijden om die op te halen, maar ondanks dat hij ja had gezegd reed hij toch rechtstreeks naar dat park. We kwamen er na enige tijd pas achter dat de meeste Indonesiër elke vraag bijna altijd met “ja” beantwoord, ook al weet hij het niet.