De familie Coenraad
Nederland
Rubensstraat 16 in Helmond
Er werd vaak algemeen aangenomen dat
alle kosten die de repatriëing van de In-
dische Nederlanders met zich mee-
bracht bekostigd werden door de rijks-
overheid. Maar niets is minder waard,
bijna alles moest terugbetaald worden
zodra men betaald werk had gekregen.
Alle bedragen bij elkaar opgeteld kreeg
mijn vader opeens een fikse afrekening
voorgeschoteld, die terugbetaald moest
worden. Het mocht weliswaar in
termijnen, maar dan toch… Het was
zeker een rib uit zijn lijf en daar
kwamen nog de vaste kosten van
levensonderhoud bij en de verzorging
van 10 kinderen. Tegenwoordig
ondenkbaar, maar hij kreeg het voor
elkaar om het gezin recht te houden.
Zonder dat het thuis een vetpot was
heb ik tenminste nooit ervaren dat
het me ooit aan iets
wezenlijks ontbroken had.
Terugbetalen kosten
Nadat Indonesië in 1957 de diplomatieke
betrekkingen met Nederland verbrak en
de Nederlanders aanzegde het land te
verlaten, besloot de Nederlandse rege-
ring tot repatriëring van de nog in Indo-
nesië aanwezige Nederlanders die dit
wensten, waaronder ook ongeveer
25.000 spijtoptanten. Dat waren de
Indische Nederlanders die op nadrukke-
lijk advies van de Nederlandse regering
voor het Indonesische staatsburger-
schap hadden gekozen, maar hier spijt
van hadden gekregen. Tot deze groep
behoorden ook 2 zussen en een nichtje
van mijn vader. Ze kregen toestemming
om naar Nederland te komen, maar wel
op eigen kosten. Met de opbrengst van
de verkoop van bezittingen van mijn
moeder in Indonesië, konden ze de
oversteek alsnog maken. Nog drie hui-
zen in Surabaya stonden nlm. op naam
van mijn moeder.
Spijtoptanten
Toen mijn twee tantes en nichtje in Ne-
derland arriveerden was er voor hen
geen woonruimte geregeld. Daar moes-
ten ze zelf voor zorgen. Tegenwoordig
is dit onvoorstelbaar, maar ondanks het
feit dat wij met 12 personen (mijn ou-
ders en 10 kinderen) in een klein huisje
woonden, namen mijn ouders deze drie
personen toch in huis op. Ik moet er wel
bijvertellen dat inmiddels 3 oudere
broers van mij in militaire dienst zaten,
twee bij de landmacht en een bij de
marine. Ze waren alleen nog maar de
weekenden thuis.
Dit gaf toch wel enige ruimte. Van deze
tijd hou ik toch geen slechte herinne-
ringen aan over, vond het wel gezellig
met die drukte. Met twee schoonzussen
erbij had mijn moeder nu ook veel hulp
in het huishouden en dat was geen
overbodige luxe met zoveel eters en
bewoners. Ik kon het met beide dames,
tante Tilly, tante Djeppie en mijn nicht-
je Tineke goed vinden. En toen zij later
introkken bij een andere zus van mijn
vader, tante Nieke in Beverwijk, werd
die plaats mijn geliefd vakantie adres,
het lag dicht bij de zee. Wij waren daar
ook altijd welkom.
Een vol huis
Tante Tilly en tante Djeppie
ln 1959 kregen we een woning in de Rubens-
straat gelegen in een pasgebouwd nieuwbouw-
wijk. Dit hadden we te danken aan onze
bakker die in de gemeenteraad zat en tevens
lid was van een woningbouwvereniging. Zon-
der kruiwagens kom je nergens, zeg ik maar.
Dit huis was wel een vooruitgang. Er waren nu
3 grotere slaapkamers en een grote zolderka-
mer. Er was zelfs een aparte douche, onge-
kend. Voor het eerst waren wij ook niet meer
de enige Indischen in een straat, want er
woonden nog twee andere Indische families,
de familie Staupe uit Tdjatiroto en de familie
Luckardie uit Bandung. Ook woonde er een
gezin waarvan de vader (een ex-KNIL-sol-daat)
getrouwd was met een Indonesische vrouw.
Rubensstraat 16 Helmond
Foto’s genomen in de
Rubensstraat
Op 25 februari 1960 viel er
een grauwsluier over het
gezin. Louis verongelukte
in Gibraltar tijdens een ma-
rine oefening. Zijn vliegtuig
stortte neer in de Middel-
landse Zee en hij was de
enige die daarbij het leven
liet, hij werd vermist. Pas
in november 2014 en fe-
bruari 2015, op zijn sterf-
dag, hebben we hem einde-
lijk de laatste eer kunnen
bewijzen
Louis vermist
Van die herdenkingen in November 2014 in Soest en in 2015 te
Gibraltar heb ik ook een site gemaakt. Door op nevenstaande
banner te klikken kom je op die site.
Mijn beide ouders, broer Louis en zus Liesje zijn in-
middels overleden en de rest woont verspreid over
Nederland. Alleen mijn oudste zus Marietje was de
laatste van ons gezin die nog in het ouderlijk huis
woonde, maar helaas overleed ook zij in 2017 aan
een hartstilstand. Na 59 jaar komen er dus nieuwe
personen in dat huis wonen. Toen wij in 1958 introk-
ken in de Rubensstraat was er nog volop speelruimte.
In de nabijheid lagen zelfs nog boerderijen en ook de
bossen waren niet ver verwijderd. Nu is alles hele-
maal volgebouwd en behoort deze buurt tot één van
de oudste wijken van de stad en is de populatie erg
veranderd. Ook Helmond is meegegaan in de vaart
der volkeren.
Het ouderlijk huis