In 1996 hadden hadden we een financiële meevaller en terwijl mijn vrouw en ik op een zomerse middag in de tuin aan het overleggen waren wat we eventueel met dat geld zou-den doen, kwam zij opeens onver-wacht met het idee om een gedeel-te van dat bedrag te besteden aan een reis met het hele gezin naar In-donesië. In het begin was ik om eer-lijk te zeggen niet zo enthousiast over dit voorstel. Het kostte toch voor 6 personen een bom duiten en hoewel ik daar geboren ben, had ik niet zoveel met dat land. Ik was zo’n figuur die bijna helemaal Ver-hollandst was.
Mijn vrouw wist me toch warm te krijgen voor dit plan. Wel hadden we gelukkig beiden geen zin in een georganiseerde groepsreis, maar hadden de voorkeur voor een individuele trip met een eigen busje en privé chauffeur. Ik ben mijn vrouw nog eeuwig dankbaar dat zij met dit idee kwam, want deze reis werd echt een aan-schakeling van hoogtepunten. Tijdens de voorbereidingen van de reis werd ik ook alsmaar enthousiaster en kort voor het vertrek, kon ik me nog steeds niet voor-stellen dat ik dadelijk, na 46 jaar, een stap op mijn geboortegrond zou zetten.
Als kennismaking met Indonesië kozen we voor de eilanden Java en Bali. De keuze voor Java was niet zo moeilijk, want er waren daar veel bezienswaardigheden, bovendien kwam mijn fa-milie daar oorspronkelijk vandaan en Bali scheen de gebruikelijke afsluiting van een Indonesië-reis te zijn. Deze reis voerde op Java langs de plaat-sen Bogor, Sukabumi, Cisolok,Bandung, Pangan-daran, Baturaden, Wonosobo, Yogjakarta, Sarangan, Malang en Kalibaru. Toen de over-steek naar Bali waar we logeerden in Lovina Beach, Ubud en de reis afsloten in Kuta.
De eerste reis in 1997
Toen ik van de aankomsthal van het vliegveld in Jakarta voor het eerst weer voet zette op Indone-sische bodem had ik het gevoel dat ik eindelijk na zovele jaren weer thuis was. De geur van het land kwam me zo bekend voor. Ik voel-de me er meteen thuis. Bovendien heeft mijn kennismaking met het land me meer bewust gemaakt van bepaalde Indische gewoonten en gedragingen, waarover ik nooit eerder had nagedacht. Wat hebben we met z’n allen genoten van de adembenemende landschappen en natuurverschijnselen, de histori-sche bouwwerken, de culturele ui-tingen, het heerlijke eten, het prachtige weer en vooral van de innemende, vriendelijke bevol-king. Onbekenden begonnen een praatje met je en wilden met je samen op de foto.
Met oudere personen konden we zelfs nog in het Nederlands praten en dat waren hartelijke gesprekken. De man-nen met wie ik sprak namen het de Nederlanders niet meer kwalijk voor hetgeen er tijdens de politionele ac--ties gebeurd was. Dat was nu verleden tijd en de belanda’s (Nederlanders) hadden ook veel goede dingen voor het land gedaan zoals het stichten van scholen, ziekenhuizen en de aanleg van wegen. Meestal ben ik na een vakantie altijd blij als ik weer thuis ben, maar nu was het toch anders. Wat zou ik hier graag nog langer willen blijven en gelukkig gold dit ook voor de rest van ons ge-zin. Vooral onze jongste zoon Lasja was hier helemaal in zijn element en zowel mijn vrouw als ik vonden bei-den dat hij in Indonesië helemaal niet opviel, hij was echt een kind van dit land.
We spraken dan ook gezamenlijk af dat we zeker weer naar Indonesië zouden gaan als we weer genoeg geld bij elkaar gespaard zouden hebben. Bij thuiskomst in Nederland was mijn houding tav. dat land veranderd. Ik ben me erin gaan verdiepen door erover te lezen en op het internet sites te bezoeken die in-formatie gaven over Indonesië en waar ervaringen werden uitgewisseld. Ook merkte ik aan de uitlatingen van mijn vrouw en de kinderen dat ze geweldig genoten hadden van dat land en dat dit een van de mooiste vakanties was geweest die we samen hadden gemaakt..
Een geweldige tijd
In 2001 was het eindelijk weer zover. We zouden weer met z’n allen naar Indonesiëafreizen.Het werd ditmaal wel een reis waarin niet alles vlekkeloos verliep zoalsde eerste keer. Bij het verlengen van mijn paspoort kreeg ik van de ambtenaar op het gemeentehuis van mijn woonplaats te ho-ren dat onze jongste dochter Ayse geen eigen reisdocument nodig had, maar ge-zien haar leeftijd nog gewoon op mijn pas bijgeschreven mocht worden. Bij het in-checken op Schiphol hoorden we bij de balie van Garuda dat dit helaas veranderd was. Ayse had een eigen paspoort nodig. We kwamen er niet langs.
Grote paniek natuurlijk, wat moest je nu doen? Gelukkig kregen we hulp van een Garuda medewerkster, we moes-ten een nooddocument regelen. Maar het klaarmaken van dit document nam enige tijd in beslag en van het vlieg-tuig, met onze andere drie kinderen al aan boord, waren de deuren al twee keer dichtgegaan. Gelukkig waren we net op tijd, want nadat we ons amper in het toestel geïnstalleerd hadden, begon het al met opstijgen. Geland in Indonesië doemde het vol-gende probleem op. We werden bij de paspoortcontrole uit de rij gehaald en moesten mee naar een apart vertrek. Voor je reis naar Indonesië diende je in het bezit te zijn van een paspoort, dat bij aankomst in Indonesië nog mini-maal 6 maanden geldig moest zijn en dat nooddocument van Ayse was maar geldig voor 4 weken. Daar sta je dan
met je goed gedrag. Ik had nog wat Ameri-kaanse dollars op zak en dacht er even aan om die mannen om te kopen. Gelukkig scheen één van hen medelijden met ons te hebben, want hij nam ons apart, opende een zijdeur en riep: “jalan, jalan jalan” (ren-nen). Mijn kennis van het Bahasa Indonesia is allerbelabberst, maar dit verstond ik gelukkig wel. Weer waren we door het oog van de naald gekropen, maar een fijn, ontspannen gevoel is anders. Eindelijk konden we aan onze trip in Indonesië beginnen. We zouden de steden op Java aandoen die ons tijdens onze eerste reis goed bevallen waren en waarvan we nu meer wilden zien en proeven. We startten in Malang en daarna verder naar Yogjakarta, Baturaden, Pagandaran, Bandung en Bogor. Vanuit Bogor naar Jakarta en van daaruit verder gevlogen naar de Riau Archipel waar een bezoek aan mijn geboorteplaats Tanjung Pinang op het programma stond
De reis in 2001
In de periode voordat we af zouden reizen naar Indonesië was het land getroffen door politieke onrust. Het parlement beschuldigde de zittende president Wahid van corruptie en machtsmisbruik en eiste zijn aftreden. President Wahid was dit echter geenszins van plan en wilde eventueel de noodtoestand uit-roepen. Alles hing nu af wat het leger en de politie zouden doen. Aan wie zouden zij hun steun verlenen. In de Nederlandse media ver-schenen berichten dat Islamitische groepe-ringen uit Oost-Java naar de hoofdstad zouden trekken om de president te steunen. Nu wer-den we toch wel ongerust, want het laatste wat je wilt is om daar in een chaos te belan-den. Het ministerie van Buitenlandse Zaken
gaf geen nega- tief reisadvies af, maar om echt helemaal zeker te zijn belden we op naar de eige- naresse van een Guest- house in Malang die wij hadden leren kennen tijdens ons eerste bezoek in 1997. Zij begreep niets van de berichtgeving in Nederland, want er was daar echt niets aan de hand. We hoefden ons nergens ongerust over te maken
Politieke onrust
Van enige politieke onrust hadden we tijdens deze reis niet veel meegekregen en nergens hadden we ons onveilig gevoeld. In de buurt van Baturraden waren er wel veel volk en personen in uni-form aanwezig, maar dat kwam omdat vice-president Megawati Soekarnoputri daar op bezoek kwam. Zij was de beoogde opvolg-ster van de nu zittende president Wahid en toen we van het ei-land Batam in Jakarta aankwamen waren er veel gewapende mili-tairen op de been. Ook in het vliegtuig waarmee we vlogen za-ten best veel soldaten. Later bleek dat die van de verschillende eilanden naar de hoofdstad werden getransporteerd om zo de eenheid van de staat Indonesië tot uitdrukking te brengen. Niet alleen Javaanse soldaten, maar militairen uit de hele archipel die de president beschermden. Dat machtsvertoon kwam toch niet intimiderend over
In Bogor hadden we een heel goed contact met het personeel van hotel Pakuan. Toen Rens en Lasja een balletje aan het trap-pen waren werden ze door enkele personeelsleden gevraagd of ze geen zin hadden om mee te doen met een voetbalwedstrijd. Onze jongens hadden daar wel oren naar en gingen er net als ikzelf vanuit dat het een onderling partijtje zou zijn. Niets was minder waar. Het was een officiële wedstrijd, gehouden in een kampong. Twee teams in vol tenu, scheidsrechters en tot onze grote verbazing veel publiek. Er werd vuurwerk afgestoken en de wedstrijd werd live verslagen. Zoiets kan alleen maar in Indonesië. Er was zelfs een Nederlandse vlag opgehangen en onze jongens werden aangekondigd als: “Rens en Lasja di Belanda”.
Voetballen in Bogor
Om mijn geboortestad Tanjung Pinang te bereiken vlogen we eerst van Jakarta naar het eiland Batam en van daaruit met een kleine boot naar de noordkust van Bintan. We hadden geboekt op zo’n tropisch resort met de klinkende naam “Mana Mana Beach Club” , speciaal voor de kinderen. Voordat je het resort opkomt moet je eerst langs een soort grenspost, compleet met slagbo-men en bewaking. En dan is het net of je in een ander land komt. Goed onderhouden geasfalteerde wegen, keurig geknipte plant-soenen, geen eetstalletjes of souvenirs tentjes langs de kant van de weg, weinig
verkeer. Kortom zo’n resort heeft niets met het echte Indonesië te maken. Ik vond het daarom daar ook drie keer niks en boven-dien was alles op die plek peperduur. Ze hadden ook liever geen Indonesische ruphia’s, maar Singaporese of Amerikaanse dollars. Bij het inchecken moest er zelfs een voorschot betaald worden, dat hadden we al die keren op Java nog niet meegemaakt. Maar goed, het hoofddoel van onze reis naar dit eiland was een bezoek aan Tanjung Pinang. En dan zit je weer in het gezellig, drukke chaotische Indonesië.
Tanjung Pinang
Aan alle leuke dingen komt een einde, dus ook aan deze vakantie. Na hartelijk af-scheid genomen te hebben van het perso-neel van hotel Pakuan in Bogor en onze twee chauffeurs Tri en Djoe kwamen we weer te staan voor een moeilijke situatie: hoe ging men bij het inchecken reageren op dat nooddocument van Ayse? Kwamen we zonder problemen door de douane? Er wa-ren meerdere incheckbalies en ik koos die uit die bemand werd door een beambte die in mijn ogen een vriendelijke uistraling had. Ik liet hem mijn pas zien waarop Ayse stond bijgeschreven en zonder op of om te kijken werden we meteen doorgelaten. Goed gegokt dus. Maar wat ben je toch
afhankelijk van het douanepersoneel waar-mee je te maken krijgt. Toen we van Jakar- ta naar de Riau Archipel wilden vliegen, werden we tegengehouden omdat we een lederen bal bij ons hadden. Die bal moest leeg. Wij kregen dat niet voor elkaar en die douane beambte lukte het ook niet. Hij haalde er hulp bij, maar wat ze ook pro-beerden, de lucht ging er niet uit. Ik zei dat ze die bal wel mochten houden, maar dat accepteerden ze niet. Hij moest kost wat kost leeg. Tenslotte pakte er één een scherp voorwerp en sneed de bal kapot en mochten we doorlopen. In het begin dacht ik dat ze misschien op zoek waren naar verborgen drugs, maar daarna hoorde ik het verhaal dat zo´n lederen bal gevuld met lucht in het vliegtuig kon ontploffen vanwege het drukverschil.
Onze chauffeurs Djoe en Tri.
Weer naar huis
In 2008 gingen we weer met z´n allen voor de derde keer naar Indonesië. Als vaste prik de plaatsen, Baturaden, Yogjakarta, Malang en Kalibaru op Oost-Java en de vakantie afsluiten op Bali, maar we begon-nen nu op Sumatra. Daar waren we nog niet geweest. Van deze vakantie hebben we weer een website gemaakt die te zien is door op nevenstaande banner te klikken.
Vakantie Indonesië in 2008
Op 17 februari 2017 overleed mijn oudste zus Marietje aan een hart-aanval. Haar laatste wens was, indien mogelijk, dat haar as uitge-strooid zou worden in haar geboorteplaats Tulungagung op Oost-Java. Op initiatief van mijn broer Edwin besloten mijn broer Johnny, zijn dochter Elles, mijn neef Ate en ikzelf om aan haar wens te voldoen. Na de nodige voorbereidingen vlogen we op maandag 29 mei vanuit Schiphol naar Indonesië. Dit was de vierde keer dat ik in mijn geboor-teland zou zijn.
De reis in 2017
De website van onze eerste reis in 1997
Vakantie Indonesië in 1997
Herdenking Louis
Op 25 februari verongelukte mijn broer Louis tijdens een vliegtuig-ongeval, in dienst van de Nederlandse Marine, in Gibraltar. Er werd door defensie altijd gezegd dat dit ongeval te wijten was aan storingen van het vliegtuig. Inmiddels is eindelijk na 54 jaar duidelijk geworden dat de oorzaak lag bij menselijk falen. Deze site gaat over dat onderzoek en de herdenking die Louis alsnog kreeg van de marine.